Rebranding van Whello krijgt vorm via eigen merchandise

Marketingbureau Whello introduceert een eigen merchandisecollectie als onderdeel van de rebranding van het bureau. De kledinglijn met abstracte designs maakt het merkverhaal zichtbaar op de werkvloer en versterkt het werkgeversmerk.

Met de collectie legt het Amsterdamse bureau de nadruk op de rol van medewerkers als dragers van het merk. De kleding is ontwikkeld als intern middel om merkidentiteit en cultuur sterker te verankeren in het dagelijkse werk.

Merch als drager van werkgeversmerk

Volgens Whello vraagt de huidige contentomgeving om merken die verder gaan dan alleen zichtbaarheid. Nasser Al Kamouchi, directeur en medeoprichter van Whello: "Door de opkomst van AI en de drie-seconden-economie kampen we met een content overload. Naast het creëren van authentieke content moet je mensen echt raken om onthouden te worden. Dat begint bij een sterk merkverhaal, maar uiteindelijk zijn je medewerkers het echte visitekaartje. Onder andere met deze collectie zorgen we dat ook ons team het merkverhaal, letterlijk en figuurlijk, gaat dragen. Daardoor bouwen we aan een geloofwaardig merk."

De collectie is bedoeld om het verhaal van Whello intern tastbaar te maken en medewerkers actief te betrekken bij de aangescherpte positionering.

Merkverhaal vertaald naar kleding

Met de introductie laat Whello zien hoe een merkboodschap via verschillende middelen kan worden overgebracht op zowel het team als op klanten. Op de voorkant van de kleding staat de quote "Where creativity meets results". Deze zin beschrijft de kern van de aanpak van Whello, waarin creativiteit en resultaat nadrukkelijk met elkaar zijn verbonden. Op de achterkant staat "Why, Hello", een knipoog naar de groeiformule van het bureau: eerst de why, de merkstrategie, en daarna de hello, de campagnes die daaruit voortkomen.

 Volg Marketing Report op LinkedIn!

 Abonneer je op onze gratis dagelijkse nieuwsbrief

 Registreer jouw bureau gratis in de Marketing Report reclamebureau database The List

Dit artikel is gepubliceerd door: Saskia van Weert