[Recensie] Bas Vlugt: De Stad (Van Engelen) & Parijs Nu (Kuper)

Geef mij maar Amsterdam, dat is mooier dan Parijs, Johnnie Jordaan zong het al in 1955.

Het slaat natuurlijk nergens op - voor wat betreft schoonheid stopt Parijs Amsterdam in de holle kies - maar een vrolijk lied is het wel.

Vooral de uitsmijter Liever in Mokum zonder poen | Dan in Parijs met een miljoen is van een niveau waar menig copy writer zijn of haar goedkeuring aan zal geven.

Amsterdam en Parijs, sinds 2 juni 1996 met elkaar verbonden middels de Thalys. Amsterdam heeft meer met Parijs dan andersom.

Beide steden behoren tot mijn favorieten.

Over Amsterdam en Parijs zijn tegelijkertijd boeken verschenen met hetzelfde uitgangspunt: een beschrijving van de hedendaagse stad.

Ik heb ze deze zomer met bijzonder veel plezier gelezen. Amsterdam eerst.

Amsterdam

De Stad, geschreven door Marcel van Engelen, uitgegeven door De Bezige Bij, behandelt de gebouwde geschiedenis van Amsterdam van 1980 tot 2024. Het is een ambitieus boek waaraan Van Engelen gedurende negen jaar heeft gewerkt. Hij heeft voor dit boek 64 mensen geïnterviewd en de 6 pagina's lange lijst van geraadpleegde literatuur liegt er niet om.

De covers van beide boeken zijn prachtig maar als het een wedstijd zou zijn, zou De Stad winnen - echt mooi gedaan. Over Parijs Nu: dat boek gaat over het hedendaagse Parijs waarin de Eiffeltoren geen enkele rol speelt, dus waarom die dan toch op de cover zetten?

Ik kwam zelf naar Amsterdam in september 1984 en trof de stad in de slechtste periode. De Kinkerstraat was een puinhoop, de Pijp een achterstandswijk. Ik woonde als student achtereenvolgens op kamers in de buurt van het Concertgebouw in Oud Zuid, in de Witte de Withstraat in West - een depressieve straat zonder bomen waar geen eind aan kwam - en in een kraakpand - de oude Bolsfabrieken - op de Rozengracht, in de Jordaan. Na Koninginnedag veranderde de Rozengracht voor een week lang in een vuilnisbelt. De rest van het jaar was het gewoon een gore straat.

Nadat ik was getrouwd, kochten wij een appartement in de Von Zesenstaat in Oost, vlak bij het Tropenmuseum en toen we kinderen kregen, verhuisden we naar het Kleverpark in Haarlem. 

Een beweging die past in het klassiek woonpatroon zoals dat in De Stad wordt beschreven.

Een snel groeiende, diverse, aantrekkelijke en rijke stad, die leeft van nieuwe zakelijke dienstverlening

Het is nog maar een paar jaar geleden dat ik me realiseerde - ik reed door de Houthavens en keek naar de nieuwe, chique appartementenblokken die daar zijn gebouwd - dat Amsterdam een rijke stad was geworden.

Hoe was dat zo gekomen?

Dat is waar De Stad over gaat.

Als je naar de cijfers kijkt, zie je dat er in Amsterdam iets anders aan de hand is dan in Rotterdam en Den Haag. 

Amsterdam kende door de geschiedenis heen een groeiend aantal inwoners met voor de hand liggende onderbrekingen zoals de periode van De Tweede Wereldoorlog. In 1959 behaalde Amsterdam een record aantal inwoners van 872.00. Dat aantal bleef stabiel tot aan 1968. In dat jaar begon de omvang van de bevolking van Amsterdam snel te dalen. 

Het aantal woningen steeg overigens gewoon door maar de gemiddelde huishoudgrootte daalde snel. Een opmerkelijk fenomeen. Het aantal inwoners in Amsterdam zou blijven dalen tot in 1984. Er woonden in dat jaar 677.000 mensen in de stad, per saldo was Amsterdam in 16 jaar tijd 195.000 inwoners kwijt geraakt. Veelal gezinnen.

Inwoners die het zich konden veroorloven trokken naar Zuid-Kennemerland of 't Gooi, mensen met minder geld gingen naar Purmerend, Hoorn, Zaandam, Alkmaar of Almere.

Na het kanteljaar 1984 begon de stad weer te groeien en zou daar niet meer mee ophouden. Tot aan 2008 was de groei gestaag, daarna opmerkelijk groot. In 2023 groeide Amsterdam met 13.100 inwoners tot 931.000 - 254.000 meer dan in 1984. Rotterdam groeide in 2023 met 6700 inwoners, Den Haag met 3400.

De verwachting is dat Amsterdam in 2035 de miljoen inwoners bereikt en doorgroeit tot boven de 1,1 miljoen in 2050.

Een ander kenmerk van successtad Amsterdam zijn de hoge huizenprijzen. Hieronder een grafiek van de tien Nederlandse gemeenten met de hoogste huizenprijzen, gemeten in de prijs per m².

Drie dingen vallen op: Amsterdam steekt er met kop en schouders bovenuit; Rotterdam en Den Haag staan niet in de tabel; alle gemeenten in de top 10 liggen in Noord-Holland. Sterker nog, de nummers 2 tot en met 10 hebben alle een directe relatie tot Amsterdam. Het zijn buurtgemeenten (Diemen, Amstelveen, Ouder-Amstel) of ze liggen in de traditionele, dure overloopgebieden 't Gooi (Laren, Blaricum) en Zuid-Kennemerland (Bloemendaal, Heemstede, Zandvoort, Haarlem).

Als je naar de top-25 kijkt, vind je ook daar geen Rotterdam en Den Haag, wel Utrecht en vooral nog meer Noord-Holland (Bergen, Landsmeer, Gooise Meren, Wijdemeren, Oostzaan, Waterland). 

Dus hierbij duidelijk: Amsterdam is een succesvolle stad en ook succesvoller dan andere grote steden in Nederland en dat is opvallend.

Marcel van Engelen besteedt veel aandacht aan de ontwikkeling van de gebouwde omgeving en de verandering van de visie van de gemeentelijke politiek op hoe de stad eruit zou moeten zien.

Die visie was jarenlang en heel hardnekkig: oude wijken slopen, ruimte voor snelwegen in Amsterdam en het bouwen van kantoren en hotels op centrale, goed bereikbare locaties.

Nergens is dat denken zo goed terug te zien als in de Wibautstraat en Weesperstraat. Daarlangs verrezen de gewenste kantoren en hotels. En er was ruimte voor een snelweg. Die zou de weg vervolgen door de Jodenbreestraat, Sint Antoniebreestraat, Zeedijk en zou voor het Centraal Station langs afslaan naar Haarlem. 

Van buiten naar binnen gezien, is het slopen gevorderd tot aan het Nieuwmarkt. Daarna werd het verzet van de bevolking, belangengroepen en vanuit de gemeentelijke politiek zelf zo groot dat het niet meer te negeren viel.

Het grote slopen werd opgegeven, wijken verder voortaan vernieuwd.

Marcel van Engelen behandelt tal van wijken waar het in Amsterdam de afgelopen decennia gebeurde. Zo is de Staatsliedenbuurt het decor voor het beschrijven van de opkomst, glorietijd en ondergang van de kraakbeweging. Super interessant en - zoals overal in het boek - met een enorme kennistransfer.

De Reiger en Carel's

Wat ik een van de leukste hoofdstukken vind, is die over de Pijp. De gentrificatie van deze achterstandswijk wordt verteld aan hand van het verhaal van Carel Tieman. Hij had in De Jordaan een nieuw fenomeen gezien in de horeca: café De Reiger was een eetcafé geworden, als eerste in de stad.

Carel Tieman wilde dat ook maar dan in De Pijp. Hij begon daar Carels Café, dat later bekend zou worden als Carels 1 (er zouden er 5 komen). Zowel De Reiger als diverse nummer Carels waren cafés waar ik tijdens mijn studententijd veel kwam.

Het maakt dat de stad in retrospectief tot leven komt, dat je snapt hoe de stad zich ontwikkelt tot wat die nu is. Iedereen die bij Amsterdam betrokken is, zal het hebben bij het lezen van dit boek en voor iedereen zal dat iets kunnen anders zijn.

Ook geweldig: het masterplan van Rem Koolhaas voor de zuidoever van het IJ. Dat werd toen niet uitgevoerd omdat het bedrijfsleven heel hard koos voor de Zuidas en die kwam er ook. Het grootkapitaal wilde en kreeg de felbegeerde Amsterdamse banaan: het gebied van Schiphol via de Zuidas naar Amstel III. Met de uitgifte van bouwgrond heeft gemeente Amsterdam bakken met geld verdiend, wat onder meer werd geherinvesteerd in stadvernieuwing.

De plannen van Koolhaas zouden uiteindelijk toch maar gefaseerd en meer gefragmenteerd worden uitgevoerd. De ontwikkeling van het Oostelijk Havengebied in De Stad: allemaal om te smullen.

Amsterdam is de afgelopen decennia overal gegroeid - nou ja niet Oud-Zuid, daarover in het boek dan ook geen woord - maar nergens zo overweldigend als in Noord.

Niet door Rem Koolhaas voorzien maar met omarmen van het IJ werd er flink gebouwd waardoor kades als de Veemkade koud en winderig bleven en vooral verstoken van de zon.

Waar scheen de zon dan wel? Aan de overkant, in Amsterdam Noord. En daar was volop ruimte om te bouwen, al helemaal toen Shell grotendeels en de NDSM werf helemaal verdween - voor de goede orde: de bedrijven verdwenen de gebouwen bleven en werden omgebouwd tot nieuwe hotspots als de ADAM Toren.

Jane Jacobs

Eind jaren '70, begin jaren '80 ging het denken op het stadhuis om. Een belangrijke inspiratiebron was het boek van de Amerikaanse journalist Jane Jacobs The Death and Life of Great American Cities uit 1961. Een zeer invloedrijk boek, dat ook voor mij verplichte kost was tijdens mijn studie sociale geografie.

Jane Jacobs stelt dat in succesvolle metropolen stedelijke functies door elkaar lopen: wonen, werken, recreëren. Grootschalig, kleinschalig - alles divers en levendig.

Tot op de dag van vandaag zie je het gedachtengoed van Jane Jacobs nog steeds terug in hoe er in de stad wordt gebouwd. Kijk naar Sloterdijk en de zakenwijk in Amsterdam Zuidoost, daar worden in hoog tempo enorme woontorens tussen de kantoren gebouwd waardoor deze gebieden een complete transformatie doormaken. In het kielzog van de woonfunctie volgen horeca en retail.

Op Zuidas was een mengfunctie het uitgangspunt maar daar kwam aanvankelijk niets van terecht door de kracht van de lobby van het bedrijfsleven maar ook daar vindt nu een inhaalslag plaats.

Liberalisatie van de woningmarkt

Waarom werd in 1984 de trend van een dalende bevolking omgebogen in een eerst licht stijgende en daarna hevig stijgende trend? Het antwoord op die vraag is vanzelfsprekend complex maar de liberalisering van de woningmarkt heeft daarin een doorslaggevende rol gespeeld. Met die liberalisatie kwam de vrije huursector op en kwamen veel meer koopwoningen op de markt. Er ging nu voor het eerst op serieuze schaal gebouwd worden voor tweeverdieners met kinderen en geld. Het stopte het lekken van de bevolking. In de decennia die volgden, kon je steeds fijner in Amsterdam wonen. En het werd veiliger en schoner, horeca en cultuur bloeiden op.

Welkom in de moderne wereld!

Halverwege de twintigste eeuw liep de industriële wereld op zijn einde en kwam de diensteneconomie op. In de diensteneconomie van vandaag vindt concurrentie niet zozeer plaats tussen landen maar tussen metropolen. 

Amsterdam blijkt als concurrerende metropool een winnaar die alles mee heeft. Niet dat andere steden het slecht doen. Binnen Nederland valt Eindhoven meteen op als hoogwaardige kennisregio met ASML dat voormalig moederbedrijf Philips inmiddels compleet heeft overvleugeld. Utrecht doet het goed en Rotterdam en Den Haag op hun eigen manier ook en zelfs een stad als Almere begint iets van allure te krijgen.

Maar Amsterdam outperformt de anderen. Het heeft de bankensector inclusief de aandelenbeurs, het heeft de juridische dienstverlening, de grote accountantskantoren, het heeft de media, het heeft de creatieve industrie, het heeft de TGV én Schiphol. En dan wel niet ASML maar wel tal van bedrijven die uit de nieuwe digitale economie kwamen en groot werden zoals Adyen en Booking.com. En Philips bleef in Eindhoven ontwikkelen maar verplaatste het hoofdkantoor wel naar Amsterdam.

En als historische stad heeft Amsterdam ook heel veel mazzel. Rotterdam werd in de Tweede Wereldoorlog kapotgebombardeerd, Amsterdam bleef in tact en voor mensen van over de hele wereld mooi en woest aantrekkelijk.

Dat metropolen met elkaar concurreren, bleek heel goed bij de Brexit, waar Amsterdam in concurrentie ging met Parijs, Frankfurt, Brussel en heel veel steden meer. Amsterdam heeft toen veel gewonnen en haalde met het Europees Geneesmiddelenbureau met 900 werknemers een van de hoofdprijzen binnen. Het bureau streek neer in een eigen gebouw op de Zuidas.

Bij het aantrekken van internationale bedrijven speelt de samenstelling van de bevolking een grote rol. Liefst hoog opgeleid, van diverse afkomst. En ook hier steekt Amsterdam met kop en schouders boven andere Nederlandse steden uit.

In Amsterdam waren in 2023 126.000 studenten ingeschreven. Rotterdam had er 71.000. Amsterdam heeft twee universiteiten en niet te vergeten de Hoogeschol van Amsterdam. De HvA had in 2022 47.000 studenten. Grootste faculteit is Digitale Media en Creatieve Industrie met 10.242 studenten. Je vraagt je af waar die mensen gaan werken maar dat terzijde.

Amsterdam heeft het Science Park dat tal van startups genereert, een groot academisch ziekenhuis Amsterdam UMC waar bijna 20.000 mensen werken.

Een flink deel van die studenten zal in Amsterdam werken vinden, blijven wonen en een gezin stichten. Het is dan ook zo dat het gemiddeld opleidingsniveau van Amsterdam steeds hoger wordt, wat Amsterdam weer aantrekkelijker maakt voor bedrijven, waardoor er meer werkgelegenheid komt, wat de huizenprijzen verder opdrijft, waardoor de stad voor steeds meer lager opgeleiden te duur wordt, waardoor de stad nóg slimmer wordt - en zo verder, het is een vliegwiel.

Internationalisering

Amsterdam is geen wereldstad gemeten naar het aantal inwoners maar wel gemeten naar de internationaliteit van de bevolking. 

Inwoners van Amsterdam met een niet-Nederlandse nationaliteit in 2021 (Bron: O&S)

11.764 | Verenigd Koninkrijk
11.280 | Italië
10.145 | Turkije
9487 | Duitsland
7802 | Frankrijk
7765 | Marokko
7396 | Verenigde Staten
7179 | Spanje
4994 | Bulgarije
4465 | India


Dat zie je ook terug bij het aantal buitenlandse studenten. Maastricht is er trots op dat het van alle Nederlandse universiteiten het grootste aandeel buitenlandse studenten heeft.

Dat zal best maar Amsterdam heeft er de meeste en dat by far. In studiejaar 2022/2023 verwelkomde Amsterdam 8660 nieuwe bachelor studenten uit het buitenland. Maastricht kreeg er 4641. Rotterdam staat op plaats 4 met 3990. 

Deze posities hebben grote gevolgen. Van de buitenlandse studenten in Nederland blijft een derde na het beëindigen van de studie in Nederland wonen en werken. En ook hier weer zie je dat Amsterdam internationaler, aantrekkelijker wordt voor bedrijven en duurder voor de inwoners.  

Het laatste hoofdstuk van De Stad heet Hotel Amsterdam. In dit hoofdstuk leeft Marcel van Engelen zich helemaal uit, het is een feest om te lezen. Waar andere steden er alles aan doen om toeristen aan te trekken, doet Amsterdam er alles aan om er vanaf te komen, tot reclamespotjes in de UK aan toe die mensen aansporen niet naar Amsterdam te komen. Ongetwijfeld niet onderzocht maar het zou mij niets verbazen als dat een heel succesvolle campagne was om juist nog meer dronken Engelsen naar de stad te lokken.

Voor wat dat betreft heb ik nog wel een adviesje voor de stad. Kijk naar een land als Botswana. Dat land had ook teveel toeristen, die teveel druk gaven op de natuurparken. Botswana reageerde door de entreeprijzen op de natuurparken idioot hoog te maken waardoor het aantal toeristen sterk terugliep en de inkomsten op peil bleven. 

Amsterdam kan dan ook makkelijk doen. Toeristenbelasting 50 euro per hotelovernachting. De dronken Britten hoepelen dan lekker op naar elders en het geld stroomt binnen. Het is maar een ideetje.

OK, dit was voor een recensie een lange rit maar de moeite van het schrijven meer dan waard. De Stad is een geweldig boek. Ik heb alleen maar wat suggesties voor herdrukken in de toekomst.

Als het uitgroeit tot een monsterhit dan kunnen er voor wat mij betreft nog wel een paar hoofdstukken bij: eentje over de Amsterdamse metro: de ellende, het succes en ook vooral de toekomst, een hoofdstuk over de gigantische plannen voor Amsterdam Havenstad en tot slot, voor onze vaste lezers niet onverwacht, een hoofdstuk met de prachtige titel Amsterdam Creative Capital.

Parijs

En dan nu Parijs! De stad der steden. Mijn zomer was met De Stad al leuk en met Parijs Nu werd ie zo mogelijk nog leuker.

Parijs Nu, geschreven door Simon Kuper en in vertaling uitgegeven door Nieuw Amsterdam gaat ook over een hedendaagse wereldstad maar daarmee houdt de vergelijking met De Stad wel zo ongeveer op.

Simon Kuper is een wereldburger. Als Brit - nu: Fransman - geboren in Oeganda als zoon van een Zuid-Afrikaanse antropoloog, opgegroeid in Leiden, met een joodse achtergrond met zijn jonge gezin verhuisd van Londen naar Parijs. Hij is journalist, publiceerde eerder over voetbal en Nederland, schrijft onder meer voor De Correspondent en de Financial Times.

Simon Kuper beschrijft Parijs vanuit de ervaringen van zijn gezin en vooral vanuit zichzelf als import Brit.

Zijn ontdekkingstocht is de ontdekkingstocht van de lezer. Over de schouder van Kuper meelezend, leren wij het Parijs van nu kennen.

Parijs verliest van Londen

In Parijs Nu staan de meest fantastische dingen. Dat komt niet alleen door het schrijflatent van Kuper maar ook omdat hij als journalist en columnist voor de Financial Times door de jaren heen nogal wat interessante mensen heeft gesproken die allemaal hun boeiende licht op de stad laten schijnen.

Een van de interessante mensen die Kuper met regelmaat sprak, was Philippe Baudilion, directeur van het Parijse bid voor de Olympische Spelen van 2012.

Dit gebeurde er op het moment dat het ertoe deed: in juli 2005 werd in Singapore besloten welke stad zou winnen. Tony Blair liep drie dagen lang rond in het Raffles Hotel om alle IOC leden persoonlijk te spreken. Jacques Chirac kwam ook en hield het bij het toespreken van de vergadering. Hij sprak uitstekend Engels maar hij vond dat een Franse president dit in het Frans moest doen, ook al wist hij dan minimaal de helft van de vertegenwoordigers hem niet zou kunnen verstaan.

Kuper was erbij. Londen won, Parijs verloor. Het kwam hard aan. Het voelde als of Londen opging in de wereldtop en Parijs de aansluiting juist miste. Kuper voert de Eurostar op als een mooie metafoor: Parijzenaren reizen met de Eurostar naar Londen om te werken. Londenaren reizen met de Eurostar naar Parijs voor een weekendje weg.

Als je van dit soort dingen niet kunt genieten, zou je kunnen overwegen om Parijs Nu niet te kopen want het boek staat er vol mee.

Périph

Kuper neemt de lezer mee in zijn lange zoektocht naar hoe het gaat, hoe het moet, hoe je het doet, wat de codes zijn, hoe je een Parijzenaar wordt. En dat is niet eenvoudig en het duurt lang. 

Zo is er een buurman die jou nooit groet, op één keer na dan. Dat is de keer dat je in een korte broek jouw appartement uitstapt. Dan zegt hij: "Zo buurman, gaat u naar het strand?"

En je weet: dit gaat nooit wat worden.

Het is dan ook met de grootste mogelijke trots dat hij een Britse kennis in Parijs kan vertellen dat er in de stad een Fransman is die hij zijn vriend mag noemen, een enorme prestatie.

Kuper heeft veel aandacht voor het verschil tussen het Parijs binnen de Périférique - voor de Parijzenaar: Périph - en het vijf keer zo grote Parijs daarbuiten, de banlieues.

In Amsterdam heb je ook binnen en buiten de Ring maar in Parijs gaan de verschillen maal tien, het zijn andere werelden.

Prachtig hoofdstuk waarin de Franse vriend Kuper een dag mee op reis neemt langs alle adressen in Parijs waar hij heeft gewoond met als glorieus slotakkoord het passeren van de Périph - voor de goede orde: vanzelfsprekend binnenwaarts.

Macht

In Amsterdam is dat heel anders want Amsterdam is altijd al een handelsstad geweest. Soms machtig maar minder in politieke zin want raar genoeg zit de politieke elite in Nederland niet in de hoofdstad maar in de residentie Den Haag.

Maar dan Parijs. Frankrijk is een groot land, half Afrika spreekt Frans, Quebec, Luxemburg, half België en het rijkste deel van Zwitserland. Frankrijk doet ertoe. Op gebied van mode, cosmetica, reclame, hogesnelheidstrein, luchtvaart (Airbus), toerisme en niet te vergeten gastronomie is Franrijk een wereldmacht.

Alle politieke macht is samengebald in Parijs, binnen de Périph, op de zuidoever van de Seine, in slechts enkele arrondissements - het Vijfde, Zesde en vooral het Zevende.

Naar welke scholen en universiteiten gaan de Franse machthebbers, in welke restaurants eten ze - hoe gaat macht in zijn werk?

In Parijs wonen en iets willen bereiken is sociaal zijn en sociaal ben je in het café, in het restaurant en bij etentjes bij mensen thuis.

De eerste keer dat je voor een diner bij mensen thuis wordt uitgenodigd weet je dat je een stap omhoog hebt gezet. 

Iedereen kan aan tafel zitten, tot de president aan toe. En gelden strikte regels. Mannen en vrouwen zitten om en om. Er wordt volop geflirt. Er wordt gesproken over kunst en literatuur, over filosofie over van alles maar niet over politiek en niet over zaken. Zijn de zaken dringend, dan misschien in het laatste kwartiertje - als het echt niet anders kan.

Prachtig hoofdstuk over Macron: Geheel in Franse traditie, at Macron zich naar de top. Hij at nooit alleen. Of het nu om ontbijt, lunch of diner ging, altijd sprak hij met iemand af. Zijn buurtrestaurant was La Rotonde aan de Boulevard de Montparnasse, een brasserie met spiegels aan het plafond en een politiek verleden dat terugging tot Lenin en Trotski.

Smullen!


Bas Vlugt is oprichter van Marketing Report

 Volg Marketing Report op LinkedIn!

 Abonneer je op onze gratis dagelijkse nieuwsbrief

 Registreer jouw bureau gratis in de Marketing Report reclamebureau database The List

 

Lees ook:

Amsterdam Creative Capital of Europe? Misschien niet

03-05-2025 | 13:54:00
Stedenlijst met Cannes Lions winnaars 2024 wordt gedomineerd door New York, Londen, Sao Paulo, Toronto

10 redenen waarom reclamebureaus zullen floreren door AI

24-04-2025 | 11:58:00
Waar sommige bedrijven zich zorgen maken over automatisering, blijken reclamebureaus juist goed gepositioneerd om te profiteren van AI

10 redenen waarom reclamebureaus ten onder gaan door AI

24-04-2025 | 11:40:00
AI verandert niet alleen hoe campagnes worden gemaakt, maar ook hoe merken communiceren, keuzes maken en hun doelgroep bereiken

Bas Vlugt: Troostrijke gedachten in tijden van AI

16-02-2025 | 17:10:00
Met je vrienden naar de kroeg, sporten, genieten van het zonnetje, lekker eten, heel hard lachen - we gaan hier allemaal lekker mee door, al gaat AI op zijn of haar kop staan of niet

Vier extra leden in SAN ABC Jury: Guda van Noort, Marc Oosterhout, Andy Santegoeds en Bas Vlugt

20-12-2024 | 10:05:00
Els Dijkhuizen (Heineken) en Charlotte Zelders (bvA) vervangen Erik van Engelen (DDB) en Nicole Freid (HAK)
 

Gepubliceerd door: Bas Vlugt

Uitgelicht





Abonneer je op onze nieuwsbrief.