DJI werft vakmensen voor rol als arbeidsbegeleider

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) lanceert een doelgroepcampagne met de titel Als arbeidsbegeleider leer je mensen méér dan een vak. De campagne is een vervolg op de employer brandingcampagne Er zit meer achter en wil zelfstandige vakmensen aanspreken die tot nu toe niet vanzelf denken aan een functie binnen de gevangenis.

Met deze campagne wil DJI laten zien dat het werk van een arbeidsbegeleider verder gaat dan techniek of ambacht: het draait om structuur, groei en begeleiding. Door hun vakkennis te delen, helpen arbeidsbegeleiders gedetineerden bij hun terugkeer in de maatschappij.

De campagne is ontwikkeld door employer brandingbureau SteamTalmark en richt zich naast werving ook op het versterken van trots en betrokkenheid onder huidige medewerkers.

Campagne zet kijker bewust op het verkeerde been

De campagne bestaat uit diverse online en offline uitingen, met vier online video’s als kern. In deze video's wordt bewust gespeeld met het beeld: een close-up van een stanleymes, hamer of schroevendraaier lijkt te wijzen op een dreigende situatie, maar blijkt uiteindelijk een werksituatie in de gevangenis te zijn – zoals een fietsenmakerij, bakkerij of houtwerkplaats.

Èwa Oduguwa, art director bij SteamTalmark: “We laten met deze campagne zien dat gedetineerden door de begeleiding van een arbeidsbegeleider kunnen werken aan hun toekomst.”

Vooroordelen wegnemen, trots versterken

De campagne richt zich op ervaren vakmensen die sociaal zijn ingesteld en betekenisvol werk willen doen.

Charlotte de Groot, recruitmentmarketeer bij DJI: “De uitdaging is dat de doelgroep die wij zoeken deze functie nauwelijks kent. De mensen die er perfect geschikt voor zijn, oefenen vaak als zelfstandige hun vak uit. Ze hebben nog nooit gedacht aan een baan in een gevangenis.”

Laura Barmentloo, campagnespecialist bij DJI: “Bij DJI zetten ze hun kennis en ervaring in op een plek waarin dat écht verschil maakt. Zo verbinden we de praktische kracht van het beroep met maatschappelijke waarde.”